vrijdag 30 september 2011

Lissabon

We liggen nog maar net vast in de jachthaven Doca de Alcantara en worden uitgenodigd door de Ilja wat te komen drinken. We werden al verwacht en omdat Kiki van de Bandos weer naar Nederland terugvliegt is er een afscheidsetentje georganiseerd. We gaan met z’n zessen naar een Fado restaurant. Het is een gezellige avond  met mooie Fado-muziek en het wordt laat. De andere ochtend vroeg vertrekt de Ilja, we worden wakker van het geblaf van Woezel de scheepshond en als de Ilja vertrekt staan wij ze nog slaperig uit te zwaaien.

Zondag gaan we op pad naar de wijk Belém. Vanuit de jachthaven is dit een mooie wandeling over de promenade langs de Taag. Op zondag zijn de meeste monumenten in Lissabon gratis te bezoeken.

De Torre de Belém stond vroeger midden in de rivier en diende ter beveiliging van de haven. In de bouwstijl vind je de Moorse invloed terug, het bestaat uit een wacht- en vuurtoren van vier verdiepingen en een achthoekig bastion















Het Padrão dos Descobrimentos is een gigantisch monument met beelden van Hendrik de Zeevaarder en een gevolg van belangrijke Portugese kunstenaars, missionarissen en matrozen.






















Het klooster Mosteiro dos Jerónimos  en de Igreja de Sante Maria de Bélemis zijn een en al pracht en praal, de kapel is gebouwd met  6 slanke en hoge pijlers die doorlopen in een netgewelf waardoor het lijkt alsof er een rij palmbomen staan.

’s-Maandags gaan we met de trein naar de wijken Baixa, Chiado en Bairro Alto. Het openbaar vervoer in Lissabon is prima geregeld en de jachthaven ligt erg centraal vlak bij een  treinstation en er stoppen diverse bussen en trams die meerdere malen per uur rijden.
Vanuit het station lopen we naar Praça do Comércio. Midden op het plein staat een bronzen beeld van Koning José I te paard en grenzend aan dit plein staat een grote triomfboog. Het oude stadscentrum van Lissabon is gebouwd op zeven heuvels. Om de hoogte te overbruggen, 32 meter, zijn er een aantal Elevadors gebouwd, een stalen lift of een trammetje.






We vieren Jacqueline haar verjaardag met een etentje in restaurant  Cervejaria de Trindade. Vanaf straat gezien ziet het restaurant er niet erg aanlokkelijk uit, maar onze reisgids beveelt het 150 jaar oude restaurant aan. Eenmaal binnen wordt je overweldigd door het prachtige interieur gedecoreerd door azulejotegels. Als we laten blijken dat we Jacqueline haar verjaardag vieren komen er twee obers met een kaars en een extra chocoladetaartje “Lang zal ze leven (Felicidades) zingen. Het verjaardagsgevoel is hiermee compleet.

Dinsdag houden we rustdag, waarna we woensdag het moderne stadsdeel Parque das Nações bezoeken. Parque das Nações is het terrein waar in 1998 de wereldtentoonstelling werd gehouden, tijdens deze Expo stonden water en de wereldzeeën centraal mede omdat het 500 jaar geleden was dat Vasco da Gama de vaarroute naar India ontdekte.
We bezoeken het op een na grootste aquarium ter wereld Oceanário de Lisboa. In het bassin met een inhoud van 6.000 m3 leven zo’n 8.000 diersoorten, van pinguins tot haaien. Het is een indrukwekkend aquarium en hieronder een kleine selectie van de vele foto’s die we hebben gemaakt.

 


 



Na het aquariumbezoek gaan we naar het hypermoderne winkelcentrum Centro Vasco da Gama. Het gebouw heeft een grote glazen koepel zodat er binnen daglicht is en doordat er continu water over de koepel stroomt blijft het hele centrum lekker koel.



Donderdag bezoeken we de oudste wijken van Lissabon Castelo en Alfama. Deze oude wijken hebben de aardbeving van 1755 doorstaan en  het middeleeuwse stratenplan is nog intact. Het hoogst gelegen punt is Castelo de São Jorge waarvandaan we een geweldig uitzicht hebben over Lissabon. Het kasteel is van oorsprong Romeins maar is later verbouwd tot een Moorse vesting. Rondom het kasteel kun je heerlijk rondslenteren in de doolhof van smalle steegjes en binnenplaatsen.



















Vanaf Largo das Portas do Sol genieten we van de vele miradouros (uitzichtpunten) over de wijk Alfama en de rivier de Taag.


We hebben genoten van Lissabon en heerlijk de toerist uitgehangen en dat allemaal eind september met een stralende zon, 30 graden en vriendelijke Portugezen. 


donderdag 29 september 2011

Porto - Lissabon

Porto - Lissabon lijkt niet ver van elkaar te liggen, maar met een zeilboot blijkt het toch nog een heel eind.

We verlaten zaterdag 17 september de haven van Leixões met een weersvoorspelling N-NW 5-6 Bf, swell 2- 2,5 meter toenemend tot 3,5 meter. Bij vertrek is er nog geen wind maar na een uurtje komt de beloofde wind en heeft Zephyr er zin in. De Portugese Noord blaast eind van de middag stevig door. De eerstvolgende havens zijn bij een toenemende swell niet aan te lopen omdat de golven bij de ondiepe haveningang breken. Eenmaal aangekomen bij Ria de Aveiro twijfelen we of we verder varen naar Figueira da Foz omdat het zo lekker gaat, het weerbericht voorspelt echter een nog verder toenemende wind, windkracht 7 en we besluiten Ria de Aveiro aan te lopen omdat we anders het risico lopen dat we later niet meer een haven kunnen aanlopen vanwege de swell.



De swell bij de aanloop van Ria de Aveiro valt mee en de ankerplaats is goed beschut. De volgende dag waait het 6 tot 7 Bf  met een swell van 3 tot 4 meter. We besluiten niet uit te varen. Ondanks de sterke wind is er geen vuiltje aan de lucht, de zon schijnt uitbundig en onder de buiskap uit de wind is het heet. We blijven aan boord omdat we het schip bij deze wind niet graag achterlaten, maar het anker houdt goed. Zondagmiddag zien we een Mariaprocessie op het water voorbij trekken met traditionele schepen, Barcos Moliceiros, platbodems met een hoge beschilderde boeg in de vorm van een zwanenhals.
’s-Ochtends worden we gewekt met trompetgeschal, we blijken voor een militaire kazerne te liggen die de manschappen met trompetgeluid aan het werk zet.





Maandag varen we met een mooie wind naar Figueira da Foz. We liggen hier met nog twee Nederlandse schepen, de St.Raphael en de Tahira. Jacqueline gaat inkopen doen in de grote markthal waar volop verse groente wordt aangeboden.
In de stad is een zaakje dat gegrilde kip verkoopt, vers geroosterd op houtskoolvuur. ’s Avonds wordt er samen kip gehaald en we maken allemaal nog een bijgerechtje, waarna bij ons aan boord wordt gegeten. Het is heel gezellig. We besluiten de volgende dag gezamenlijk naar Nazaré te varen en onderweg te vissen. Er wordt al druk gefantaseerd over alle vis die we gaan vangen en recepten worden al bedacht. De vissers van Nazaré zullen opkijken als wij de haven binnenlopen met een zwerm meeuwen rond onze boten……
 








De andere dag varen we met drie Nederlandse schepen naar Nazaré, er is geen wind en de motor moet het werk doen. Helaas levert de visvangst ook niets op. We zien achter ons nog wel een zwerm meeuwen maar die hangen rond een plaatselijke vissersboot.
De aanloop van Nazaré is spectaculair, de bodem van de zee loopt hier snel op en de kust is steil. De swell beukt op het strand en de rotsen.














In de haven worden we opgevangen door de havenmeester “Captain Hadley”. Een excentriek mannetje. Hij staat al van ver te zwaaien en te roepen waar we moeten afmeren..We liggen nog niet eens vast en hij vraagt al hoelang we blijven en waar we naar toe gaan. Wij antwoorden dat we een nachtje blijven en dat we dan naar Peniche gaan. Hij slaat een kruis en zegt “God bless you”. Nou dat belooft wat.
Omstreeks middernacht is het een drukte van belang bij de visafslag welke zo’n beetje naast onze boot is. Een heleboel bedrijvigheid, herrie en een penetrante vislucht.


Donderdag 22 september varen we naar Peniche, er is weinig wind maar de swell zorgt er voor dat het een hobbelige tocht wordt. Peniche heeft een grote vissershaven, het stadje zelf ziet er wat somber uit.





Vrijdag 23 september gaan we op weg naar Cascais, een voorstad van Lissabon. De eerste uren hebben we nog wat wind en kunnen we zeilen, maar later moet toch de motor aan om snelheid te houden. We passeren Cabo da Roca, het westelijkste puntje van het Europese vasteland. Een steile kaap die 145 meter uit zee oprijst.









We slepen de vislijn met paravaan en zowaar vangen we onderweg nog wat ook. Het is een 50 centimeter lange dunne vis met een lange zaagbek. Eerst weten we niet precies wat het is, na bestudering van de boeken blijkt het een geep te zijn. Hij ziet er niet erg aantrekkelijk uit maar we besluiten de vis niet terug te gooien in zee en bewaren hem voor het diner.






We komen nog net voor het donker aan in Cascais, waar we ankeren. Jacqueline bakt de vis met een uitje, knoflook en wat kruiden en hij smaakt prima.



Vanuit Cascais varen we de Taag op richting Lissabon. Over de Taag is een bijna 3 km lange brug, Ponte 25 de Abril, welke 70 meter boven de zeespiegel ligt. Ook grote container- en cruiseschepen kunnen er onder door. De brug is een kopie van de Golden Gate Bridge in San Francisco. Net voorbij de brug, op de zuidoever, staat een enorm beeld van Christus met gespreide armen, een verkleind beeld van dat in Rio de Janeiro in Brazilië. Het is dan ook indrukwekkend om met ons eigen schip de Taag op te varen naar Lissabon.



In de haven worden we hartelijk verwelkomd door de Nederlandse bemanning van de Ilja en de Bandos.
In Lissabon willen we een paar dagen blijven om de stad te bekijken.  

vrijdag 16 september 2011

Combarro - Porto

Vanuit Combarro varen we naar de laatste ria van Galicië, Ria de Vigo. Voor deze ria ligt het eiland Islas Cies, het is een beschermd natuurgebied en je mag er slechts ankeren als je een vergunning hebt aangevraagd. Het is een erg mooi eiland met steile kusten en een mooi strand. We varen er vlak langs op weg naar Baiona.




In Baiona liggen twee Nederlandse schepen, de Ilja en St Raphael. Volgens de Ilja is het havengeld in Baiona aan de hoge kant dus besluiten we te ankeren in de beschutte baai. Van de Ilja krijgen we de wificode van de haven, zo kunnen we mooi vanaf de ankerplek de mail bijwerken. In Baiona staat een oud kasteel dat is omgebouwd tot een Parador. In Spanje zijn een aantal oude kastelen, forten en huizen omgebouwd tot stijlvol hotel die onder de naam Paradores worden geëxploiteerd. Als je nog eens een luxe vakantie wil houden op een mooie bijzondere locatie is een Parador een aanrader. De Spaanse staat zette deze hotelketen op met als doel bijzondere historische locaties nieuw leven in te blazen. Ze hebben bijna allemaal 4 sterren.



De volgende ochtend is het erg mistig en als deze enigszins is opgetrokken vertrekt de Ilja zuidwaarts en blijven we met St Raphael achter. We gaan gezellig tapas eten met z’n vieren. Af en toe is het regenachtig en ook de wind trekt even flink aan waardoor er wat swell naar binnen loopt. Uiteindelijk blijven we 5 nachten in Baiona in afwachting van een goede wind.


Maandag 12 september vertrekken we naar Viana do Castelo in Portugal. Onderweg ter hoogte van de grensrivier de Rio Minho hijsen we de Portugese gastenvlag.










Ook de klok wordt een uur teruggezet. Dat vinden we wel lekker omdat het nu om 7 uur licht wordt. De Portugezen houden niet zulke lange siësta’s als de Spanjaarden, wat voor ons wel handiger is en een stad ziet er ’s middags dan ook een stuk gezelliger uit. Viana do Castelo ligt aan de Rio Limo. De jachthaven ligt vlak voor een gietijzeren brug ontworpen door G. Eiffel. De brug heeft twee verdiepingen, een voor auto’s en een voor de trein. We krijgen van de vriendelijke en behulpzame havenmeester een plekje aan de steiger in de rivier waar het flink stroomt. Viana do Castelo is een leuke stad en vanaf onze ligplaats wandelen we zo het plaatsje binnen. Het leven is hier goedkoop. Voor twee kopjes koffie op een terrasje moeten we € 1,20 afrekenen! En ook voor wat fruit, groente en vlees betalen we heel weinig.


De Portugese kust kent geen beschutte ria’s en we moeten de weerberichten goed in de gaten houden. De wind is overwegend noord. Doordat de Atlantische oceaan vrij spel heeft op de Portugese kust komt het geregeld voor dat havens niet aan te lopen zijn door de hoge oceaangolven (swell). Deze swell kan afkomstig zijn van een sterke wind van een paar dagen geleden verder weg. Dinsdag  wordt er op de navtex gemeld dat er diverse havens gesloten zijn vanwege de swell, we blijven dan ook in Viana do Castelo en doen de was. Over het weer mogen we verder niet klagen, het is hier rond de 30 graden, de was is dan ook supersnel droog.


Woensdag 14 september varen we met twee meter swell naar Porto de Leixões, de wind laat het grotendeels afweten. Leixões is een industriehaven vlak bij Porto. Porto zelf heeft geen jachthaven dus daarom doen we Leixões aan. De haven ziet er erg smoezelig uit, zeker als we de andere ochtend wakker worden en het mistig is. Dit is ook een weerverschijnsel dat hier vaak voorkomt aan de kust. In de loop van de ochtend klaart het op en met de bus gaan we naar de binnenstad van Porto. Porto is een erg oude stad aan de Ria Douro met veel nauwe steile straatjes, huizen met smeedijzeren balkonnetjes waar het wasgoed aan hangt te wapperen en de kanariekooitjes buiten hangen. Van boven af lijkt het wel of de huizen zijn opgestapeld langs de oever.
Het is een echte volksbuurt en er zijn ook veel vervallen huizen die nodig opgeknapt moeten worden. Kleine jongetjes voetballen behendig in de steile straten; hier komen vast de Ronaldo’s vandaan.




We zien veel “azulejos”, versierde en geglazuurde tegels die rijkelijk zijn terug te vinden op gevels van huizen en ook de gehele zijwand van de Igrea do Carmo, een 18e eeuwse barokkerk is ermee versierd.
Aan de oever van de rivier zijn allemaal terrasjes, waar we lekker gaan lunchen. Aan de overzijde van de rivier zitten alle bekende porthuizen, o.a Calem, Offley, Sandeman etc. En natuurlijk is er de gietijzeren boogbrug “Ponte Dom Luis I ”, ook die is ontworpen door Eiffel de architect van de Franse Eiffeltoren. De brug uit 1886, 68 meter boven de zeespiegel, heeft meerdere verdiepingen, voor auto’s, voetgangers en metro. Heel bijzonder om hier in Porto te staan.



We hebben natuurlijk ook een lekker flesje port gekocht!
Proost op jullie gezondheid en tot een volgend verslag..